Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Israel [1]verreisde met al wat hij had, en hij kwam te [2]Ber-seba, en hij offerde offeranden aan [3]den God van zijn vader Izak. 1. Dit is geschied in het jaar na de schepping der wereld omtrent 2239, tien jaren na Izaks dood, toen Jozef 39 jaren oud was; zie boven, hfdst.35 vs.1. 2. Zie boven, hfdst.21 vs.31. 3. Dat is, dien zijn vader Izak geeerd en aangeroepen had. Hiermede betoonde hij zijn standvastig geloof aan Gods beloften, en zijn dankbaarheid voor Gods weldaden, en bad Hem om raad en hulp op deze reis.